Lezing ‘Crisis in de lokale politiek’
De VGSU hecht veel waarde aan academische vorming en lezingen, daarom zijn er geregeld lezingen, waardoor leden zich ontwikkelen. De academicus Meindert Fennema had de eer de aftrap te verrichten voor de lezingencyclus ‘Westerse Democratie’. Nadat onze assessor de Coetus op christelijke wijze opende startte Meindert Fennema zijn beschouwing vanuit zijn sociologische achtergrond over de maatschappelijke veranderingen die zich in de decennia na de Tweede Wereldoorlog hebben voltrokken. Daarbij baseerde hij zich op ervaringen die hij gedurende zijn loopbaan in de lokale politiek heeft opgedaan en alledaagse anekdotes uit zijn persoonlijke leven. Meindert Fennema is onder andere fractievoorzitter geweest bij GroenLinks Bloemendaal en wist talloze schitterend geformuleerde verhalen over gemeentepolitiek te vertellen.
Individualisme
Centraal in de lezing stond het verdwijnen van gemeenschapszin in het algemeen. Waar men vroeger verzuild leefde en wist wat men van elkaar kon verwachten, is de situatie tegenwoordig anders. De anti-gezagsgetrouwe attitude uit de jaren zestig heeft het startsignaal gegeven voor maatschappelijke fragmentatie die nu overal opdoemt. Niet alleen zijn de collectieve identiteiten deels verbrokkeld die structuur gaven binnen gemeenschappen, ook heeft dit ertoe geleid dat het individualisme in de maatschappij is geslopen. Collectiviteit heeft plaatsgemaakt voor individualisme, waarbij we het contact met anderen geregeld dreigen te verliezen. Volgens Meindert Fennema zien we een essentieel punt over het hoofd: het geheel is meer dan de som der delen.
Nieuwe omgangsvormen
Deze maatschappelijke trends werden geïllustreerd aan de hand van een metafoor over oud en nieuw geld. Waar het hek van bezitters van oud geld open staat, kent nieuw geld een elektronisch hek, met een code, die vrijwel altijd op slot zit. Oud geld huurt een tuinman in, die op frequente basis langskomt. De tuinman en de oud geldbezitter koesteren over het algemeen een goede band en de tuinman doet zijn behoefte gewoon in het vertrek van het oude geld. Bij oud geld is het verder gebruikelijk dat de tuinman een welkome gast is die bij tijd en wijle privileges geniet, bijvoorbeeld door gebruik te mogen maken van het zwembad in de tuin van het oude geld. Nieuw geld daarentegen huurt een hovenier in, laat hem een eigen chemisch toilet meenemen en heeft het liefst dat de hovenier zo snel mogelijk weer ten tonele verdwijnt nadat de hovenier zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd. De heggen van het nieuwe geld zijn bovendien hoog opgetrokken en bieden op geen wijze mogelijkheid om door te kunnen dringen tot ook maar een klein stukje van het persoonsleven van het nieuwe geld. Het gaat hier natuurlijk niet over het bezitten van geld en hoe je daar mee omgaat, maar wel over de manieren waarop we een samenleving vormgeven.
Deze verschillen zijn er ook tussen generaties ontstaan in de houding ten opzichte van de gemeente. Burgers zien de gemeente als een koekjesfabriek, een hovenier die in dienst staat van het individu. Elke burger kan daar af en toe naar toe, voor het ontvangen van een vergunning of een paspoort, maar wil er het liefst eigenlijk niet zoveel mee te maken hebben. De gemeente is er vooral voor het individu, en liever niet andersom. Ook is de gemeente aan gezag verloren. Waar het gezag in de decennia vóór de jaren zestig van een burgermeester bijvoorbeeld buiten kijf stond, staat dit gezag tegenwoordig sterk ter discussie. Van oudsher was het burgermeesterschap een min of meer adellijke aangelegenheid, die figuurlijk, maar soms ook letterlijk van patriciër op patriciër overging. Het gezag van die burgermeesters was onomstreden. Deze houding zien we nog maar af en toe terug.
De participatiesamenleving
Als oplossing voor het afgenomen gezag pleitte de lector voor een gekozen burgermeester, die zijn legitimiteit en gezag in ieder geval nog kan verantwoorden met de stemmen van zijn kiezers. Hierdoor zal een burgermeester volgens Meindert Fennema steviger in het zadel komen te zitten.
Ook juichte de lector de participatiesamenleving toe, waarbij burgers actief zorg dragen voor (gemeentelijke) taken en omzien naar elkaar. Lokale projecten als het gezamenlijk onderhouden van het groen in de publieke ruimte en het opvangen van vluchtelingen noemde de lector als voorbeelden voor het in praktijk brengen van dit maatschappelijk ideaal. Dit alles met het doel om de gemeenschapszin weer terug te krijgen in de maatschappij.
Nooit bang zijn
Ook uit eigen ervaring vertelde de lector dat hij het gezag zag afzwakken. Zo werd tijdens zijn jaren bij GroenLinks Bloemendaal eens de burgemeester opgewacht op kantoor door een aantal politici en belanghebbenden. De lector sprak daar vervolgens schande over in gesprek op de radio met Jort Kelder. Daarop volgde een aanklacht van laster aan het adres de lector door degenen die de burgemeester opwachtten. Hij is toen flink op zijn strepen gaan staan en heeft het incident kunnen sussen. De kracht om zo op te treden verklaarde de lector met de volgende woorden: “Bij het Utrechts Studenten Corps leer je veel, en één daarvan is nooit bang te zijn. Dat is hopelijk bij de VGSU ook het geval”.
De leden waren zeker niet bang vragen te stellen en stelden deze dan ook scheutig. Deze vragenronde is een mooi moment om meer uitleg te krijgen en tegelijkertijd kritisch te blijven. Meindert Fennema toonde veel respect ten opzichte van onze vereniging en christenen in het algemeen. Daarvoor willen wij hem graag bedanken!